Wat is de waarde van poliklinische controle en beeldvormend onderzoek bij kinderen die zijn behandeld voor rabdomyosarcoom? Deze vraag hebben een kinderarts in opleiding, kinderradioloog en kinderoncoloog willen beantwoorden door retrospectief na te gaan bij 199 patiënten hoe een recidief werd ontdekt: bij routinematig beeldvormend onderzoek bij de follow-up of in de tussentijdse periode op basis van klinische symptomen. En of er verschillen waren in overleving. Hun bevindingen zijn te lezen in het artikel Follow-up bij kinderen met rabdomyosarcoom Veel scans, maar weinig opbrengst in NTvG.
Uit het onderzoek bleek het vaak en lang doen van beeldvormend onderzoek na de behandeling van beperkte waarde, terwijl het wel elke keer tot een stressmoment leidt voor patiënt en ouders. Op basis van het oorspronkelijke follow-upprotocol kregen de kinderen in 5 jaar tijd 12 MRI’s (onder algehele anesthesie) en 12 thoraxfoto’s. De resultaten van het onderzoek hebben geleid tot een internationale discussie en aanpassing van de internationale richtlijn. Zowel de lengte als de frequentie van het radiologisch onderzoek in de follow-up zijn verminderd, tot 6 keer gedurende 2 jaar een MRI en thoraxfoto.
Het roept de vraag op wat de toegevoegde waarde is van beeldvormend onderzoek bij andere patiëntengroepen na behandeling van een oncologische aandoening. De betrokken kinderradioloog pleit voor meer betrokkenheid van radiologie bij de opzet en evaluatie van follow-upprotocollen en om kritisch te kijken naar de bijdrage aan de totale uitkomst voor de patiënt.
Dit sluit aan op de strategische visie van de NVvR '21-'30 met de verschillende rollen van de radioloog en de thema's zichtbaarheid, werkplezier, techniek & AI en betaalbaarheid van zorg. Zorgevaluatie van de toegevoegde waarde van scans en foto's kan bijdragen aan de betaalbaarheid van zorg én aan het werkbaar houden van de hoeveelheid aanvragen en verslagen voor afdelingen radiologie en radiologen.
Zie ook de top 10 onderzoeksvragen in de Kennisagenda 2018-2022 van de NVvR met daarin de vraag:
Met welke (combinatie van) testen en met welke frequentie is het waardevol om imaging routinematig in de reguliere klinische zorg te herhalen in de follow-up na behandeling van veel voorkomende maligniteiten bij volwassenen en kinderen?
Het onderzoek is een voorbeeld van zorgevaluatie in de klinische praktijk met impact op de richtlijn. Het bestuur van de NVvR streeft naar meer inzicht in de consequenties van richtlijnen op de aantallen beeldvormende onderzoeken. Geregeld is er in nieuwe of herziene richtlijnen sprake van een stijging. Een afname van beeldvormend onderzoek in een richtlijn is hierop een welkome afwisseling.
Zie ook Nieuwe richtlijnen en aantallen CT- en MR-onderzoeken d.d. 13 oktober 2021.